Het idee van Werelwinkels is ontstaan naar aanleiding van de UNCTAD-conferentie in 1968 waarop de ontwikkelingslanden georganiseerd van zich deden spreken (United Nations Conference on Trade and Development). De derdewereldlanden probeerden tijdens deze conferentie tevergeefs gunstiger handelsvoorwaarden te creëren.
Het mislukken van deze opzet bracht de journalist Dick Scherpenzeel op het idee om UNCTAD-shops of Derde-Wereld-winkels op te richten, waar vrijwilligers de producten konden verkopen die door de hoge westerse tolmuren geweerd werden. Een idee dat door Johan Derks tot uitvoer gebracht werd.
Tegelijkertijd lieten Rietsuikergroepen door de verkoop van rietsuiker zien hoe de wereldhandel functioneert en hoe de rijke landen stelselmatig hoge invoerbelastingen op producten uit ontwikkelingslanden leggen (op suiker was dat toen 50 cent per kilo).